dinsdag 6 mei 2008

Antwoord van minister Crevits aan Jos Stassen over de nieuwe Scheldebrug en fietsers

1. De doelstelling bij de opmaak van het referentieontwerp was een zo doordacht en functioneel mogelijke brug te ontwerpen. Vanuit architectonisch, esthetisch en functioneel oogpunt resulteerde dit in een aantal dwingende en richtinggevende bepalingen, onder meer voor het fiets- en voetpad. Voor het fietspad is de minimumbreedte van 3 m bindend, een breedte van 6 m richtinggevend.
Het weerhouden ontwerp voorziet in een gemeenschappelijke voetgangers – en fietserszone van 4,5 m op de brug met een verbreding tot 6 m ter hoogte van de brugpijlers. Bij de aansluiting van de brug naar de landhoofden zijn overgangen voorzien naar 2 maal 3 m met een rechtstreekse aansluiting voor het zacht verkeer met de kade van Temse en het jaagpad op de oever van Bornem door een hellend vlak, terwijl het fietspad ook continu doorloopt langs de N16.

2. De inrichting en bepaling van de fiets- en wandelinfrastructuur op de brug verliep in samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester. Voetgangers en fietsers gebruiken na openstelling van de nieuwe brug een gemeenschappelijke zone, zoals bij de huidige Scheldebrug. De aansluiting van het voet- en fietspad op de brug naar de voet- en fietsroutes langs Temse en Bornemse zijde werd in overleg goedgekeurd door de Provinciale Auditcommissies (PAC) van Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Daarin zetelen ondermeer de provincies, de gemeenten en de afdeling Wegen en Verkeer van het departement Mobiliteit en Openbare Werken.

3. De bouw van de tweede Scheldebrug is een ‘design and build’-opdracht en werd in al zijn facetten uitgewerkt door de ontwerper, NV Ney & Partners. De ontwerper hield voor het voet- en fietspad rekening met de bindende en richtinggevende eis zoals omschreven in het antwoord op de eerste vraag. Andere instanties, met uitzondering van de Vlaamse Bouwmeester, werden hierbij niet betrokken.

4. De ontwerper koos voor houten planken als bekleding van de passerelle. Dit is een ‘klassieke’ oplossing gebaseerd op voorbeelden van fietsersbruggen over de Tervurenlaan en in Stockel (Brussels Gewest) en ook in Nederland.

5. Opnieuw verwijs ik naar de keuze van de ontwerper om de strook met oog op het comfort voor de zachte weggebruiker vast te leggen op een minimumbreedte van 4,5 m tot lokaal 6 m.

6. Bij de bestaande brug geeft het gecombineerde voet- en fietsverkeer geen aanleiding tot moeilijkheden. Evenmin is dergelijke combinatie een probleem voor het recreatieve en zachte weggebruik op de jaag- en dienstpaden langs rivieren en kanalen. Deze staven het concept voor de nieuwe Scheldebrug.

7. De tweede Scheldebrug tussen Temse en Bornem vormt inderdaad een functionele fietsverbinding. In essentie staan de houten ondergrond en het gemengde karakter die functionele verbinding niet in de weg.

8. Heden is er nog enige discussie met de aannemer en de ontwerper omtrent de garantie van stroefheid van de houten verharding. Wat het gemengde karakter van het fiets- en voetpad betreft, worden geen wijzigingen aan het concept zelf overwogen.

Geen opmerkingen: